Kamelenhaar, sprinkhanen en wilde honing
Veel christenen denken bij profeten al gauw aan mannen met wilde baarden, priemende ogen en lijven zo mager als een lat.
Vreemde figuren die met zware stem ellende en onheil verkondigen. Maar klopt dat beeld wel? Brachten de bijbelse profeten
alléén maar een boodschap van kommer en kwel? En hoe herkennen we een ware profeet eigenlijk?
Bovenstaande vragen zijn vandaag de dag nog steeds relevant. Niet alleen vanwege de huidige discussies binnen de kerk over
geestelijke vernieuwing en de gaven van de Geest, maar ook vanwege de maatschappij waarin wij leven. Niet voor niets wordt
er vanuit de kerk opgeroepen tot het instellen van een profetisch beraad om antwoord te geven op gebeurtenissen en vragen
die leven in onze samenleving.
Philip van den Berg geeft helder en overzichtelijk de taak, boodschap en werkzaamheden van de profeet weer en schetst
daarnaast een duidelijk beeld van valse profeten: mensen die deden alsof zij een roeping hadden, maar er eigenlijk op
uit waren om toehoorders te pleasen of hun eigen fata morgana na te jagen.
In het boek legt Van den Berg, vanuit een historisch-theologische invalshoek, een bijbels fundament neer in relatie tot de
bediening van profeet. Een bijbelse roeping waar, in christelijk Nederland en binnen het kleurrijke palet van de vele
kerkelijke richtingen, heel verschillend over gedacht wordt.